|
||||||||
Altsaxofonist Tom van der Zaal ? Nooit van gehoord, dat kan want dit is zijn debuutalbum en wat voor een, gewoon recht door zee postbop, maar van een geweldige kwaliteit. Hij komt dan ook niet zomaar uit de lucht vallen, in 2006 won hij op 19-jarige leeftijd het vermaarde Prinses Christina Concours. Hij volgde zijn opleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag waar hij les kreeg van o.a. Jan Roos en Rolf Delfos. In2013 haalde hij cum laude zijn Master of Arts, zoals te doen gebruikelijk volgde daarna nog een verblijf in New York waar hij lessen volgde bij muzikanten als Aaron Goldberg en Greg Hutchinson. Het een en ander heeft wel vrucht afgeworpen, zo maakte hij in 2019 met zijn quintet een tournee door Nederland met de bekende Amerikaanse saxofonist Vincent Herring en speelde hij op het North Sea Jazz Festival en op diverse andere spraakmakende gelegenheden. De bezetting op dit album bestaat, behalve uit Tom van der Zaal op altsax, uit Rob van Bavel, een van de toppianisten in de Nederlandse jazzscene, hetzelfde kan gezegd worden over drummer Joost van Schaik (1974), contrabassist Mattheus Nicolaewsky uit Brazilië en inmiddels woonachtig in Den Haag is een talentvol en veel gevraagde muzikant. Dan zijn er nog de gasten Floriaan Wempe op tenorsax, alweer een voorbeeld van de nieuwe lichting Nederlandse jazzmuzikanten en de bekende Amerikaanse gitarist Peter Bernstein (1967). Voorwaar een respectabel gezelschap en dat maken ze ook waar op dit album met 7 composities van Tom en heel verrassend een van Charlie Chaplin, “Smile” uit de soundtrack van zijn beroemde film “Modern Times”, de muziek was geïnspireerd op “Tosca” van Puccini, het nummer is door veel artiesten gebruikt van Nat “King” Cole tot Michael Jackson. Tom heeft een specifiek geluid op zijn alt, absoluut niet richting de Westcoast sound van Lee Konitz maar duidelijk in de traditie van de hardbop van muzikanten als Frank Strozier, Cannonball Adderley en degene die waarschijnlijk zijn grootste favoriet is, Jackie McLean en dat blijkt mijn inziens ook uit de titel “Time will tell” die mooi aansluit bij “It’s Time” van McLean uit 1965 op het roemruchte Blue Note label. De composities en de sound van dit album zouden zo weggelopen kunnen zijn van een Blue Note album, waarmee niet gezegd wil worden dat het hier allemaal old school music is, verre van dat, je hoort wel degelijk het jazz geluid van nu alleen stevig verankerd in de traditie, vooral in het verlengstuk van de hardbop. Dat hoor je al in het eerste nummer “A not so beautiful friendship”, fraaie solo’s van Tom, Floriaan en Bernstein (wat een gitarist) met een geweldig stuwend ritme van bas en drums. In “Favela chique”met zijn latijnse uitstraling schittert Rob van Bavel op de toetsen. “Dilemma” is een intrigerende compositie met veel sfeer wisselingen en een hoofdrol voor het gitaarspel van Peter Bernstein en het overtuigende geluid van Tom’s altsax. “Smile” krijgt een fraaie lyrische vertolking van het quintet zonder larmoyant te worden, hetgeen nogal eens gebeurt bij vocale vertolkingen van dit nummer, maar vooral Peter, Tom en Rob voorzien het nummer van een compleet nieuw (bop) jasje waardoor het klinkt als vers van de pers, knap gedaan. “Time will tell”, het titelnummer is een prachtige ballad waar het wederom genieten is van het bijzonder fraaie geluid van de altsax van Tom. Het gas gaat er weer op in de swinger “The Ballpark Fence” met fraai ensemble spel. Het album eindigt met het gedragen “Gospel Song “een mooie afsluiter die doet denken aan Cannonball. Maar nee, er is nog een titelloze bonustrack met ruimte voor veel drumwerk van Joost. Na alle complimenten die ik in de afgelopen recensies heb geuit over de Franse en Belgische jazzscene, ben ik blij dat ik dat ook kan doen over de Nederlandse jazz met de ontdekking van een nieuwe ster aan het jazz firmament. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||